Home » Kenniscentrum » Hoe Ketnet een pionier werd in inclusieve media met Maarten Janssen

Smoothie Marketing Podcast

Inclusie is een uitdagend vraagstuk voor veel mediabedrijven. Gelukkig heeft Maarten Janssen al enige successen geboekt op dit gebied. In de afgelopen jaren heeft hij Ketnet ontwikkeld tot een zender die ons meermaals heeft verrast met inclusieve formats. Nu staat hij aan het roer van VTM en zijn we erg benieuwd naar de impact die hij daar zal hebben. In dit gesprek bespreken we de uitdagingen waar mediaorganisaties momenteel tegenaanlopen op het gebied van inclusie en diversiteit. Ook bespreken we de aanbevelingen die Maarten heeft om hierin vooruitgang te boeken.

Onze gast

Maarten Janssen is Channel Manager bij VTM en was daarvoor verantwoordelijk voor Ketnet. Onder zijn leiding zijn programma’s als Like Me en Hoodie ontwikkeld, die bekend staan om hun sterke representatie van onze diverse samenleving.

Inclusie, een ‘prestige-ding’

Maarten heeft van dichtbij de ontwikkelingen op het gebied van inclusie meegemaakt en vindt dat er de afgelopen jaren een grote verandering heeft plaatsgevonden. Voorheen waren adverteerders volgens hem niet bezig met inclusie, maar tegenwoordig komt inclusie steeds meer op de agenda te staan. Dit komt niet alleen doordat adverteerders er steeds meer om vragen, maar ook doordat organisaties zelf steeds meer overtuigd zijn van het belang van inclusie. “Het is een soort prestige-ding geworden om te laten zien hoe goed ze bezig zijn met inclusie en hoe inclusief hun organisatie is,” geeft Maarten aan. Ondanks deze verschuiving naar meer inclusie blijven mediabedrijven worstelen met dit thema en is er nog veel werk aan de winkel.

Het talent is er

Maarten werkte eerder bij de VRT en was daar onder andere actief als netmanager bij Ketnet. Onder zijn leiding was Ketnet een pionier op het gebied van inclusie en liep hiermee voorop binnen de VRT. Het talent was er en was natuurlijk ook zichtbaar op de schermen van Ketnet. De overstap om bij VTM te werken voelde voor Maarten echter op sommige vlakken als teruggaan in de tijd. Bij Ketnet konden ze gemakkelijk jonge mensen voor het eerst een platform op televisie geven en zelf talent gaan scouten. Bij VTM is dat anders, omdat het meer een zender is gericht op bekende Vlamingen en bijna alles om hen draait. De diverse groep BV’s (bekende Vlamingen) is nog relatief nieuw en niet heel groot. Maarten wil daar absoluut aan bouwen om ervoor te zorgen dat die groep groter wordt, maar anders dan bij Ketnet kunnen ze hier niet zeggen dat ze talent gaan scouten en hen direct een podium geven.

Om verandering te brengen in dit probleem is Maarten samen met enkele collega’s een taskforce begonnen om deze uitdagingen aan te pakken. Met deze groep hebben ze een aantal doelstellingen vastgesteld om zichzelf te kunnen monitoren en corrigeren waar nodig. Zo streven ze naar een percentage diversiteit in elke cast van deelnemers en zijn ze bezig met inclusieve trajecten om samen met nieuw talent nieuwe formules te ontwikkelen. Ze willen ook mensen zonder naamsbekendheid een podium geven. Maarten benadrukt dat het belangrijk is om genoeg talent te ontwikkelen voor de toekomst. Het talent is er en het moet enkel een platform krijgen. Maarten is van mening dat zowel de VRT als andere commerciële mediabedrijven hierin verantwoordelijkheid dragen.

Niet bang zijn om fouten te maken

Inclusie was niet altijd een gemakkelijk onderwerp om te bespreken met andere partijen. In het verleden moest Maarten vaak compromissen sluiten met reclamebureaus, waarbij bijvoorbeeld een zwarte moeder en een witte vader getoond moesten worden om iedereen tevreden te stellen. Dit ging vaak niet verder dan een ‘verwesterde’ vorm van inclusie om niemand voor het hoofd te stoten. Maarten vindt dat we een stap verder moeten gaan en universele verhalen moeten vertellen waarin iedereen zich kan herkennen.

Hoewel er bij veel programma’s uitgebreid wordt gecast om een breed wereldbeeld te creëren, blijkt dat we onbewust selectief zijn en hierdoor weinig diversiteit durven omarmen. Maarten deelt ook zijn ervaring met de fictiereeks ‘Hoodie’, waarbij er lang is gediscussieerd over het dragen van een hoofddoek door een van de minderjarige personages. Uiteindelijk heeft het team zich niet laten tegenhouden en is de reeks authentiek geworden door onder andere het tonen van Arabische tradities. Het feit dat de reeks in 170 landen is verkocht, bewijst dat het een succes was. Maarten roept op om jezelf niet te snel te laten verlammen en om fouten te durven maken.

Iedereen een rolmodel geven op tv

Bij Ketnet hebben ze bij de reeks “Like Me” geprobeerd om zo inclusief mogelijk te zijn op alle fronten. De makers waren vanaf het begin overtuigd van hun doel: een soort musicalreeks creëren, vergelijkbaar met High School Musical en Glee, die de diversiteit van Vlaanderen omarmt. “De personages zijn allemaal idolen, met verschillende huidskleuren en seksuele oriëntaties. Voor kinderen zijn ze gewoon idolen, stuk voor stuk”, geeft Maarten aan.

Maarten vindt het inspirerend dat kinderen daar geen onderscheid in maken en er niet bij stilstaan. Op die manier slaagt Ketnet erin om kinderen in hun vroegste levensjaren vertrouwd te maken met de diversiteit van onze samenleving en vooral iedereen een rolmodel op tv te geven. Maarten gelooft dat ze op die manier een tegenwicht creëren en ervoor zorgen dat kinderen zichzelf kunnen zijn en hun eigen mening vormen.

Ondanks de successen, toch heel bescheiden

Het is niet altijd gemakkelijk om te werken aan inclusie, vooral als je een leidinggevende rol hebt en er bepaalde verwachtingen zijn, zowel intern als extern binnen de organisatie. Desondanks is het Maarten gelukt om hieraan te werken en tegenwicht te bieden. Maarten heeft dan ook enkele tips voor managers die hieraan willen werken:

  • Zorg dat het oprecht voelt en meent en doe het vanuit je buik. En als je geen buikgevoel hebt, omring je dan met mensen die dat wel voelen en wel oprecht gedreven zijn, anders krijg je iets gekunsteld waarbij je misschien een aantal dingen kunt afvinken, maar waarbij iedereen voelt: dit is niet oprecht.
  • Zorg dat je op de werkvloer ook inclusief bent, want we zitten allemaal in een bubbel en zorg dat jouw werkvloer niet één bubbel is, maar dat er 20 verschillende bubbels zijn op de werkvloer. Zo breidt je netwerk meteen exponentieel uit en kom je bij mensen en projecten uit waar je via je eigen bubbel niet bij zou komen.
  • Laat je niet tegenhouden door zinnen als “het talent is er niet”. Dat is flauwekul, het talent is er en als je het talent niet vindt, dan heb je niet op de juiste plekken gezocht. Dan moet je zorgen dat je zelf of via andere mensen wel op de juiste plekken jouw connecties gaat zoeken. Dus ja, voor die zin ben ik echt alert.

Mediaorganisaties hebben een belangrijke rol in de beeldvorming en hij vindt het geen vrijblijvende optie om inclusie te omarmen. Het is een must-do voor media. Hij hoopt dat we ooit in een wereld zullen leven waar we elkaar niet meer in hokjes plaatsen en waar we naar persoonlijkheden en talenten kijken en de rest er niet toe doet.

NL